Balanced Dog Training

 

 

.

.

 

 

Kies de opvoeding die bij jouw hond past:

Er zijn in principe twee Opvoedlijnen, die door hondenscholen en gedragsdeskundigen worden gevolgd.

  1. De hond wordt beloond bij gedrag dat gewenst is, ongewenst gedrag wordt gecorrigeerd (Balance Dog Training, afgekort BDT-methode)
  2. De hond wordt met voer beloond bij gewenst gedrag,
    ongewenst gedrag wordt genegeerd of afgeleid met een voer beloning (positieve trainingsmethode)

De positieve trainingsmethode

Deze methode wordt tegenwoordig vaak toegepast, o.a. omdat correcties door een grote groep mensen gezien wordt als bestraffen en soms wordt het zelfs mishandelen genoemd. Best te begrijpen want het ziet er natuurlijk niet vriendelijk uit. De positieve trainingsmethode is echter lang niet toereikend genoeg voor elke hond. De positieve trainingsmethode leert wel gewenst gedrag aan, maar pakt het ongewenste gedrag niet aan. Daarin schiet deze methode ernstig te kort. Als een hond bijt, mag je dat niet negeren of afleiden met een voertje. Zo leren ze niet dat zij ongewenst gedrag vertonen of worden hierdoor zelfs versterkt  in dat gedrag omdat er dan gevoerd wordt (het afleidings-voertje). De hond krijgt de indruk dat hij er juist voor beloond wordt. Heel veel honden komen daardoor met hun, vaak gevaarlijke gedrag, in een ongewenste positie terecht.

Wij houden net zoveel van onze honden als iedere andere hondeneigenaar en zullen ze met hand en tand verdedigen tegen wat dan ook, dus ook tegen hun eigen gedrag. Ongewenst gedag kan de hond zelf in de weg zitten. Zijn leven wordt bepekt door restricties en vaak raken zij ook gestrest door onduidelijkheid en onzekerheid. Ook een hond gedijt het best als hij leiding krijgt. Dit geeft hem vertrouwen en rust.

Balance Dog Training biedt uitkomst

Om de BDT-methode goed te kunnen begrijpen is het nodig het een en ander over de hond als wezen te weten. We moeten bedenken, dat de hond van nu uiterlijk dan wel veel van zijn oorspronkelijke voorouders de wolven verschilt, maar gedragsmatig niet. Daarom is het van belang te weten hoe de opvoeding in de natuur geregeld is en wat voor een hond dus bekende “taal” is.

In het wild zal een hond in een stabiele, op elkaar ingespeelde groep leven. Van pup af aan wordt de hond duidelijk gemaakt wat de regels zijn om als roedel in het wild te kunnen overleven. Ieder in een groep levend dier zal hiërarchie nodig hebben om te overleven. Je kan de vertaling hiervan iedere naam geven die je wilt: “dominantietheorie”,” roedeltheorie” of “de alfa hond”. Het impliceert nooit dat het om een dictatuur, met bijbehorende agressie gaat, maar om natuurlijk leiderschap nodig voor het optimaal functioneren van een groep.

Komt de hond bij ons in huis is dit voor hem een onbekende, geforceerde situatie waarin hij zoals bij hem van nature bekend is een positie probeert te vinden. In het wild zal hij de leiding en opvoeding krijgen van de rest van de roedel. Dit schept rust en een gevoel van veiligheid. Krijgt hij bij ons die leiding en opvoeding niet zal de hond zelf de leiding op zich nemen (iemand moet het doen). Een onzekere hond kan hierdoor gestrest raken en zelfs angstagressie kunnen ontwikkelen. De dominante hond zal zijn plek opeisen en soms zelfs op agressieve manier zijn ongenoegen tonen. Daarnaast zal je in een hiërarchie altijd graag een stapje omhoog zetten. Hoe hoger op de ladder, hoe beter je leven, hoe meer je te vertellen hebt. Een hond voelt feilloos aan wanneer hem deze kans geboden wordt.

Zoals gezegd wordt een hond binnen de roedel door zijn moeder en de rest van de groep opgevoed. Dit zal grotendeels gepaard gaan met lichaamstaal en indien nodig een correctie. Omdat de pup van kleins af aan al op een voor hem bekende, consequente manier wordt opgevoed zullen geen tot weinig correcties nodig zijn. Ook zal een hond in het wild zoveel mogelijk de energie sparen die hij nodig heeft om te overleven (jagen, verdedigen) en dit dus niet in onnodig agressief gedrag steken. Het leven in het wild staat zoveel meer in het teken van overleven dan bij ons in huis waar alles voor hem gedaan wordt. De hond heeft energie over om zijn positie te verbeteren of voor ons ongewenst gedrag te ontwikkelen. Veelal ligt hier ook een vorm van frustratie aan ten grondslag.

BDT gaat dus uit van:

  • Het gedrag en omgeving van de oorsprong en de natuur van de hond.
  • Het gebruik van energie, genoeg beweging en training om de hond een taak uit te laten voeren.
  • Beloning om het juiste gedrag te bevestigen en motiveren. Het liefst zonder voer, maar met stem en aai om ook de band tussen baas en hond te bevestigen.
  • Correctie om ongewenst gedrag af te leren en te demotiveren. Hierbij wordt de prikkel die honden elkaar onderling geven zo veel mogelijk nagebootst.

Correctie zal nooit bij het aanleerproces worden toegepast. Om de hond iets nieuws aan te leren, wordt deze hierin begeleid en beloond om te bevestigen wat we van hem verwachten. Weet de hond eenmaal wat van hem verwacht wordt zal wel gecorrigeerd worden op het niet volgen van een commando of tonen van ander ongewenst gedrag.

Beloning en correctie moeten altijd consequent en met de juiste timing uitgevoerd worden. Dan wel/dan niet/te veel/te laat geeft de hond veel onduidelijkheid dat leidt tot frustratie. Op deze manier leert een hond net zo weinig als bij een enkel beloningsgerichte opvoeding. Doe je het op de juiste manier weet de hond wanneer en waarom hij een correctie kan verwachten.

Het corrigeren zal meestal met gebruik van een slipketting gebeuren. Een slipketting dus en absoluut geen wurgketting. De ketting zal ten alle tijden loshangen en indien nodig kort worden strakgetrokken om de correctie uit te delen. Nooit langdurig. De hond moet ook de kans krijgen om zijn gedrag om te buigen naar gewenst gedrag en jij moet de kans hebben en nemen om hem daarvoor meteen te belonen.

Ongewenst gedrag is grofweg te splitsen in niet luisteren, verkeerd aangeleerd (gewoonte)gedrag en agressief gedrag. Deze hebben in de opvoeding een link met elkaar. Laat je in het opvolgen van simpele commando’s al steken vallen geeft dit de hond een vrijbrief om als hij dit wil ook zijn ongenoegen door middel van grommen of bijten te uiten. Hij bepaalt, dus jij hebt naar hem te luisteren of hij neemt de taak van politieagent op zich, omdat jij voor hem niet degene in control bent.

DBT gaat er dus vanuit dat een hond leiderschap nodig heeft om rust en veiligheid te vinden. We voeden de hond op om een band van wederzijds vertrouwen en respect te creëren. Om dit te bewerkstelligen gaan we uit van de opvoeding die de hond vanuit de natuur kent. We stellen ons op als leider en eisen indien nodig het respect op dat bij deze positie nodig is.

Bij de meeste honden zal de balans meer naar het belonen dan naar het corrigeren uitslaan. Voor hun brengt de duidelijkheid en leiderschap wel veel rust in hun leven. Probleem honden zullen zeer gebaat zijn bij het toegevoegde component van correctie bij DBT-methode. Op een voor hun duidelijke manier zullen ze hun meerdere leren erkennen en zich hiernaar voegen. Ook bij deze honden zal dit rust geven en zeker een beter leven door de vrijheid die ze hiermee winnen.

Dit is DBT in het kort, er is nog zoveel meer over te vertellen. Graag komen we in contact met de mensen om dit verder toe te lichten en gepast advies te geven. Want een hond is en blijft een hond, maar allemaal hebben ze hun eigen karakter.